Friday, June 20, 2014

Christina Pluhar - "Improvisations on Purcell"

Sinds enige weken ben ik in de ban van Christina Pluhar. Ik hoorde via ClassicFM meerdere malen een stuk langskomen, dat na bestudering van de playlist "The Mock Marriage" bleek te heten. "Wat een vreemd stuk", dacht ik en ging op zoek. Dat is tegenwoordig niet zo moeilijk meer, behalve Google hebben we Spotify (ik kan iedereen van harte een premium account aanraden!) en het intikken van de titel leverde het album "Music for a While - Improvisations on Purcell" op.

Zoals de titel al min of meer zegt: bewerkingen van stukken van Purcell. "The Mock Marriage" kende ik niet uit eerdere uitvoeringen, maar vele andere stukken wel, in wat men zo mooi noemt "authentieke" uitvoeringen, en zo kreeg ik een goed beeld van wat Pluhar er van gemaakt heeft.

Ehhh....heel anders. :-)

Vergelijk bijvoorbeeld "When I am laid in Earth" met hoe dat doorgaans gezongen wordt, of het bijna blasfemisch bruisende "Strike the Viol", met de uitvoering onder leiding van Gardiner, toch een heel goede dirigent, en je snapt wat ik bedoel.

Aanvankelijk dacht ik dat Pluhar een zangeres was uit de hoek van de lichte muziek die, net als bijvoorbeeld Sting met "Songs From the Labyrint" (liederen van Dowland) eens een zijsprongetje gemaakt had, een interessant experiment waar een moderne zanger(es) zijn/haar interpretatie loslaat op Renaissance-muziek ("Music or a While" is behoorlijk Jazzy), maar niets is minder waar: Pluhar is een specialiste oude muziek!(de Engelse Wikipedia-pagina over Pluhar is aanzienlijk schaarser met informatie!). Het is ook niet Pluhar die je hoort zingen op dit album, dat zijn Philippe Jaroussky (counter-tenor), Raquel Andueza (sopraan), Vincenzo Capezzuto (alt) en Dominique Visse (counter-tenor).

Klassieke, of in dit geval, oude muziek in een modern jasje is altijd goed voor tegenstrijdige opvattingen; Ekseption wist er al van mee te praten. Zo ook Nicholas Kenyon die op zondag 23 maart jl in The Observer schrijft:
From a group whose flair and inventiveness I have very much admired in a variety of baroque repertoire comes a real horror — an attempt to update Purcell to a classic of the jazz era. Turning Dido's Lament into lounge-bar smooch, and Music for a While into a lazy clarinet-dominated improv is just unbearable. The vigour of Wondrous Machine is completely dissipated; In vain the Am'rous Flute survives unscathed, all the odder in this context. They say great music can withstand anything, but now I'm not so sure.
Tja, kwestie van smaak. Hoewel ik mij af durf te vragen hoe saai Kenyon's smaak is. Ik denk dat het interessant is af en toe te spelen met de gedachte dat Purcell en andere grootheden uit de muziekgeschiedenis hun muziek anders geschreven zouden hebben als ze indertijd de beschikking hadden gehad over "onze" instrumenten als bijvoorbeeld de saxofoon.

"Music for a While" vind ik zo'n fascinerend album, dat ik er over gedacht heb het te kopen en dat wil wat zeggen; sinds het internet er is koop ik eigenlijk nooit meer CD's!